Architectuur Prijs
Achterhoek

Architectuur Prijs Achterhoek, juryrapport 2017

 

Wie niet waagt, die niet wint

 

Met 25 inzendingen was 2016-’17 voor de APA getalsmatig geen topper. Wel kenden de projecten weer een fraai uitwaaierende spreiding. Van schoolcomplex tot museum, van kantoor tot voetbalkantine, van woonhuis tot horecacomplex, en nog meer zat erbij. Dus de juryleden wreven zich in de handen en stortten zich op de ingezonden informatie om een eerste schifting te maken. Daarbij bepalen de leden welke projecten ze willen gaan bezoeken. Voor het indienen van de informatie krijgen de deelnemers van de APA een standaard opzet - voor zowel tekst als plaatjes - zodat niet de ene inzending uit een boek van honderd pagina’s bestaat en de andere uit een halve alinea. Maar dan nog blijkt het een lastige opgave om op een beknopte manier een zo volledig mogelijk beeld te geven. Sommigen laten zoveel exterieur zien dat het maar een beetje raden is hoe het interieur zou zijn. Bij anderen is dat net andersom. En bij bijna iedereen is er helaas in de presentatie erg weinig aandacht voor de inpassing in de omgeving, terwijl dat voor de kwaliteit van een project toch erg belangrijk is en het daarom ieder jaar voor de jury zwaar weegt.

 

Maar met wat puzzelen lukte het toch om tot een keuze te komen. En gelukkig bleek bij de meeste van de zeven afgelegde bezoeken dat er in de praktijk vaak wel degelijk, en soms zelfs veel werk was gemaakt van die inpassing.

De jury roept de deelnemers nogmaals op daar in de toekomst dan ook in de presentaties gepaste aandacht aan te geven.

 

Bij de rondrit bleken alle bezochte projecten van goede kwaliteit. De vreugde daarover werd nog eens versterkt door de enthousiaste verhalen ter plekke. De jury heeft het als hartverwarmend ervaren dat de opdrachtgevers hun worstelingen, maar ook hun lef, overtuiging en doorzettingsvermogen met hen wilden delen. Het gaat hier om een prijs voor architecten, maar bij deze top-zeven blijken ook de opdrachtgevers vaak deskundigheid, en in ieder geval minstens even veel energie te leveren. Die energie, plus de motivatie en lef van de opdrachtgevers verdienen dit jaar dan ook een bijzonder, en hierbij apart gegeven compliment van de jury!

 

Het was dit jaar een extreme close finish. Wat een impliciete erkenning is voor de grote kwaliteiten van de projecten die net niet wonnen. Genadeloos is echter het APA-adagium: er kan maar één winnaar zijn.

 

Wie dat is, horen we zo. Maar eerst een korte jurerende beschrijving van de bezochte projecten in willekeurige volgorde.

 

1. Kantoor Liander, Duiven

Al van verre toont dit gigantische gebouw zich als iets bijzonders. Niet alleen is het gebouw groot, ook de ideeën en ambities erachter mogen er zijn. Zo is er de gedachte dat het hier gaat om publieke ruimte, en dat iedereen er dus naar binnen mag. Dat vertaalt zich in een bijzondere en prettige hal die de oorspronkelijke en hergebruikte panden omvat. Bij de inrichting staan de verbindingen tussen de verschillende bedrijfsonderdelen en – medewerkers centraal. Dat toont zich letterlijk in een aantal bruggen, maar ook figuurlijk door de prominente plek(ken) voor een der Nederlandse toprituelen, het koffiedrinken. Voor een bedrijf als Liander is een bovengemiddeld milieubewustzijn niet verrassend, maar dat maakt het hergebruik van de oude panden en de energetische waarden van het project niet minder voorbeeldig. Aan de kwijnende groene wanden en de weinig verfijnde relatie met de buitenruimte is wel te zien dat het hebben en houden van grote ambities een hele uitdaging blijft.

 

2. Sportgebouw SV Basteom, Steenderen

Het vak van architect stelt vaak hoge eisen aan zijn sociale lenigheid, maar ook aan die van de opdrachtgever. Bij deze voetbalclub heeft de wisselwerking tussen de voetballers en de architect in ieder geval tot een daverend resultaat geleid. Van alle inzendingen moet dit het project zijn met de beste prijs-kwaliteitverhouding. De architectonische prestatie toont zich in de algehele uitstraling, de detaillering, de functionaliteit, maar ook in de sfeer. Tevreden glimmend zegt een jurylid, “Ik krijg hier warme kriebels van.” Ook moet tot de prestaties van de architect gerekend worden dat hij zijn visie tot op heden hoog weet te houden in een gebruikersomgeving waar esthetische fijngevoeligheid niet het eerste doel is. Doordat de architect niet te beroerd was om zelf met de vrijwillige bouwploeg mee te timmeren, heeft hij zichtbaar draagvlak weten te verwerven voor zijn normen en waarden. Anderzijds verdient het bewondering dat de voetballers bij het 14 maanden durende bouwwerk hun geduld hebben bewaard bij de professionele pietje-preciezerigheid van de architect.

In deze bijzondere samenwerking toont zich de maatschappelijke betekenis van architectuur in de welkome combinatie van een zo hoog mogelijke kwaliteit voor zo min mogelijk geld. Het is een cliché, maar het moet met bewondering gezegd worden: de jury ziet hier een heel duidelijke win-win situatie.

 

3. Woonhuis Landgoed ‘t Poppink, Warnsveld

Niet ieder huis is op de rondtochten van de jury makkelijk te vinden, maar dit huis ligt wel heel goed verstopt. De zoekende jury rijdt per ongeluk eerst het erf van de buren op, waar een hond van de zelfde grootte als het busje van de jury verbaasd kijkt wat dat hier moet. Het blijkt de woning van de ouders te zijn. Aan de andere kant van de prachtige es achter het ouderlijk pand woont een jong gezin in een heerlijk huis. De inpassing in het landschap is uniek. In de uitlopende helling van de es is een uitsnede gemaakt waarin het huis zich, compleet met fijn terras, op een vanzelfsprekende manier voegt. Aan de achterkant loopt het perceel af naar het water, dat door het graven van een poel dichter bij het huis is gebracht. Een goede ingreep, die van de jury overigens nog wel wat meer benut had mogen worden.

De vertrekken in het huis hebben bijzonder prettige proporties, een aansprekende eenvoud en sluiten fraai op elkaar aan. De mening van de jury was over de buitenaanblik van deze gestileerde blokkendoos niet helemaal eensluidend. Unaniem was men van oordeel dat het hier om een ontwerp van hoge kwaliteit gaat. Uit de toelichting van de vrouw des huizes bleek dat zij en haar man zich terdege hadden voorbereid op het project, wat zeker zal hebben bijgedragen aan het bereikte niveau.

Een enkel jurylid vond de entree te ingewikkeld en de luifel wat onrustig. Ook was er brede verbazing over het verschil tussen het ouderlijk huis en de inzending; waarom gaan de panden geen enkele vormrelatie met elkaar aan terwijl ze toch een en hetzelfde landgoed zijn?

 

4. Museum MORE, Gorssel

De jury heeft in het verleden vaker een lans gebroken voor het belang van een goede inpassing in de omgeving. Met deze inzending kwamen de professionele passies van de juryleden dan ook goed op gang. Middenin een kwetsbaar dorp zo’n volume neerzetten en de bijbehorende dynamiek verwerken, is iets uitzonderlijks. De jury constateert dat de opgave bijzonder professioneel en adequaat is volbracht, “zo’n groot ding, zo rustig in een dorp!”

De jury herkent in het pand welhaast het archetypische museum: denk je aan een museum, dan ziet het er zo uit. Op iedere denkbare plek in de wereld zou dit gebouw zijn werk naar behoren doen, namelijk de bezoeker in statige, doch de kunst dienende ruimten, de rust bieden om de werken te bekijken. Ook de goede ordening van de zalen onderling helpt daarbij. En de steeds door de ramen aanwezige relatie met buiten, met het dorp, maakt het bezoek nog aangenamer.

Een deel van de jury vraagt zich wel af waarom of het ontwerp niet duidelijker een link had kunnen leggen met de eigenheid van de omgeving. Het is een goed gebouw, maar het zegt niets over Gorssel en omgeving. Hoe erg dat is, blijft de vraag. Want de redenatie kan ook luiden dat het gebouw in zekere zin een gebiedsvreemde functie heeft, dus zijn eigen eigenheid en dus zijn eigen vorm. Hoe dan ook biedt het gebouw met zijn high-tech statigheid een vertrouwde omgeving voor de doelgroep. Wat enkele juryleden naar meer spanning deed verlangen.

 

5. Woonhuis met schuur Hietland, Laren

Via een fraai oprijlaantje bereikt de bezoeker een vrijliggend en bijzonder ensemble van een geschakeld huis met schuur. Direct vallen de goedkope plaatbekledingen van de gevels en daken op. Dit geeft, mede door de lichte kleuren en met het gebruikte hout, een andere referentie dan gebruikelijk bij landelijke nieuwbouw. Meestal kiest men de (donkerder) baksteen als uitgangspunt, maar hier heeft de architect de moderne, agrarische stalbouw als inspiratie gekozen. Daarbij zijn kwaliteiten als goedkoop en efficiënt minstens zo belangrijk als esthetisch bevallig. Binnen is het huis geheel opgetrokken uit hout, met chipwood voor de multifunctionele schuur en multiplex voor het huis. Het is hout waar het oog ook reikt. De plattegrond en de ruimtes zijn verrassend doordacht en speels (“subliem”). De ruimtes, het meubilair en de inval van het licht gaan een prachtig en verrassend spel aan. Al was voor een enkel jurylid al dat hout wel wat erg overheersend. De buitenruimte getuigt van eenzelfde consequente, vergaande eenvoud, maar dan nog simpeler. Omdat het geheel zich op eigenzinnige wijze onttrekt aan de gebruikelijke stijlen in het buitengebied, roept het vragen, en zelfs hier en daar irritatie op; bijvoorbeeld, als je een zwembad wilt, waarom dan zo’n krappe oplossing gekozen? Overigens wel met mooi uitzicht. Kortom: intrigerend.

 

6. Stadscafé Welgelegen, Groenlo

Betrokken ondernemerschap heeft een markante maar verloederende plek van de ondergang gered. Nu staat er een goed horecacomplex dat bloeiende tijden verdient. De oude villa is met respect veranderd en uitgebreid tot een groot geheel waar de bezoeker uit de nodige prettige plekken kan kiezen, zonder dat men met overbodige leukigheden gelokt wordt. In de details zijn daarbij wel de toewijding en smaak van de eigenaren te zien, zoals in het buitenlandse tegelwerk en het unieke sanitair.

Door het vele glas speelt de buitenruimte binnen al een belangrijke rol. Bovendien gaan binnen en buiten min of meer naadloos in elkaar over door de grote veranda en de helder binnentuin. De afsluiting naar de weg langs het terrein is goed opgelost met een grote kas. De derde wand van de binnentuin wordt gevormd door een groot boothuis, dat gebruikt wordt als feestzaal. De jury ziet zich er wel een feestje vieren, maar vindt het jammer dat het water alleen vanaf het balkon te zien is en er vanuit de feestzaal niet echt een directe relatie ligt met het varen op de naastliggende gracht. Overigens is het via een andere toegang wel degelijk mogelijk een boot te huren, waarmee ook de vierde ‘wand’- de gracht - prima is benut.

Al deze met zorg opgezette elementen maken het geheel tot bovengemiddeld goede horeca-architectuur. De jury complimenteert de ondernemers dan ook met hun brede blik; het bedrijf is geen doel op zich, maar van waarde voor heel Groenlo.

 

7. Kantoor Ottevanger, Aalten

Fabrikanten hebben fabrieken. Maar hoe kom je aan een fabriek? Daarvoor heb je fabrikanten, die met hun fabrieken fabrieken fabrieken. Zo’n fabrikant is Ottevanger. Met respect verneemt de jury dat Ottevanger tot ver in de wereld complete fabrieken aan voedselproducenten levert. Er zijn meerdere vestigingen. In Aalten is een nieuw kantoor gebouwd, niet zozeer volgens de corporate identity van de firma, maar gewoon een mooi en prettig kantoor, met veel zicht op zijn lommerrijke omgeving.

Omdat het bedrijf zelf veel kennis in huis heeft, kon de architect aan een goed voorbereide opdracht beginnen. Zijn eerste plan werd dan ook zo goed als ongewijzigd uitgevoerd. Resultaat is een fraai gebouw, zowel binnen als buiten helder van vorm, fris en rustig. Gevraagd naar wat de directeur er het prettigst vindt, zegt hij, “Licht!” De jury herkent dat en stelt vast dat het een kwalitatief goed gebouw is geworden.

Wel had het wat meer eigens van het bedrijf zelf mogen hebben. De fraaie sheddaken zijn daar een voorbeeld van, maar veel meer is er in dat opzicht niet. Nu is het pand dus nog wat steriel, terwijl het meer zou kunnen tonen dat je er in een boeiend bedrijf bent.

 

De drie nominaties

Zeven sterke kandidaten, met zeven mooie verhalen erachter. Op basis van vaktechnische analyse en goed gevoel (“Raakt het ons?”) ziet de jury drie projecten die de top van 2016-’17 vormen:

  • Sportgebouw SV Basteom
  • Museum MORE
  • Woonhuis Hietland

Maar wie wordt de uiteindelijke winnaar? De top-drie is nauwelijks te vergelijken als je kijkt naar omvang en soort van de opdrachten. De jury komt er dus nauwelijks uit. Er wordt geredeneerd dat de stukken eraf vliegen, er wordt gezucht, stemmen verheffen zich en verstommen onder gepeins. De voorzitter probeert het met een puntentellinkje tussendoor. Dat helpt iets, maar de verschillen tussen de drie blijven marginaal. Nóg een ronde argumenteren. En dan vallen de dingen toch op hun plek. Er kan maar één winnaar zijn, en dat is natuurlijk na al die twijfel de meest eigenwijze:

 

Woonhuis Hietland!

 

De jury

Fons Catau, corporatiedirecteur b.d.
Jan Willem van de Groep, duurzaamheidsondernemer
Harry Harsema, landschapsarchitect/uitgever
Geert Jan Jonkhout, rayonarchitect Gelders Genootschap
Gus Tielens, architect
Paul Toornend, architect/beeldend kunstenaar
Emmie Vos, architect/kunstenaar (voorzitter)

Organisatie: Gerhard Simonetti, Abel de Vries
Rapport: Paul van der Lee